BIJLAGE 1 Toelichting bij definities van de begrippen citeren, zin en zinsgedeelte
Ter voorkoming van misverstanden stelt het CvTE de volgende definities vast. Het CvTE adviseert de docenten Nederlands deze definities met de eindexamenkandidaten door te nemen.
Citeren is: het overnemen van een tekstgedeelte (een woord, enkele woorden, een zinsgedeelte, een zin of een aantal zinnen uit een tekst) in het antwoord van de kandidaat.
Het overgenomen tekstgedeelte heet: het citaat.
Het citeren mag worden uitgevoerd door het hele tekstgedeelte over te nemen in het antwoord of door minimaal het eerste en het laatste woord van het tekstgedeelte in het antwoord over te nemen, gescheiden door drie puntjes tussen haakjes. Een regelverwijzing is niet verplicht.
Een zin is : een reeks van woorden uit een tekst die volgt op een punt (of een soortgelijk teken, zoals een vraagteken, een uitroepteken), begint met een hoofdletter en eindigt met een punt.
Toelichting: Een zin kan ook uit één woord bestaan.
a Een onvolledige (of elliptische) zin, waarin bepaalde woorden zijn weggelaten die er vanuit de context bij gedacht kunnen worden, is ook een zin. Een zin bevat dus niet altijd een verbogen werkwoordsvorm .
b De eerste zin van een tekst volgt uiteraard niet op een voorafgaande punt. Een zinsgedeelte is: een woord dat deel uitmaakt van een zin of een reeks van woorden die deel uitmaken van een zin. Een voorbeeld ter toelichting. De volgende tekst bestaat uit vijf verschillende soorten zinnen.
Voorbeeldtekst (1) De ruim duizend bibliotheken beraden zich op hun toekomst. (2) Waarom? (3) "De uitleen heeft een harde tik gekregen", zegt mevrouw Stalpers van de Vereniging van Openbare bibliotheken.(4) Een harde uitspraak.(5) Maar het is wel een uitspraak met een kern van waarheid. NB
c In zin (3) is de woordenreeks "De uitleen heeft een harde tik gekregen" geen zin, maar een zinsgedeelte.
d De zinnen (2) en (4) zijn voorbeelden van onvolledige zinnen. Maar zij gelden hier wel als zinnen.
e De eerste zin kan op de volgende manieren geciteerd worden.
Manier 1: "De ruim duizend bibliotheken beraden zich op hun toekomst." (zin 1)
Manier 2: "De (...) toekomst." (zin 1)